7 januari 2011

Bij de dood van Fritz Tobias



Op nieuwjaarsdag 2011 is Fritz Tobias overleden. Een ‘amateurhistoricus’, daar maakten zijn tegenstanders hem voor uit. Maar dat deerde hem niet. Door eigen stug volgehouden onderzoek weerlegde hij na de Tweede Wereldoorlog de these dat de nazi’s de aanstichters waren van de Rijksdagbrand en Marinus van der Lubbe hun hulpje. Hij was de eerste schrijver die de bekentenissen van Van der Lubbe direkt na diens arrestatie serieus nam, en vond op die wijze de sleutel tot de oplossing van het raadsel van de Rijksdagbrand.

Fritz Tobias is op 3 oktober 1912 in Charlottenburg (Berlijn) geboren. Op jonge leeftijd begon hij als boekhandelaar te werken in het socialistische vakbondsgebouw in Hannover; ook zijn vader was in de socialistische vakbond werkzaam. In maart 1933, vlak na de Rijksdagbrand, arriveerde de SA en kon iedereen vertrekken; het vakbondsgebouw werd gesloten. Na dit gedwongen ontslag kreeg de jonge Tobias een tijdlang een uitkering van ruim acht mark per week; in de jaren daarna kwam hij te werken als assistent in een advocatenkantoor. Al die tijd was Tobias ervan overtuigd dat de nieuwe machthebbers in Duitsland met de Rijksdagbrand een ‘ploertenstreek’ hadden geleverd.

In 1940 werd Tobias door de Hitlerbende opgeroepen om als soldaat in de Wehrmacht te dienen, waaraan hij zich niet kon onttrekken. In de herfst van hetzelfde jaar werd hij in Rotterdam ondergebracht bij de Ortskommandantur om als schrijver te dienen; zijn taak was onder meer om de vele ingekomen brieven, waarin de Rotterdammers hun buren of andere lui waaraan zij een hekel hadden, bij de Duitse bezetter verlinkten, te vertalen. Op die manier heeft Tobias Nederlands geleerd. Na in Roermond en Arnhem gestationeerd te zijn werd hij uitgezonden naar Rusland, daarna naar Italië, waar hij in april 1945 zwaar gewond raakte en in een Amerikaans ziekenhuis belandde. Daarmee was voor Tobias de oorlog voorbij.

In de jaren zestig zijn er door tegenstanders van Tobias geruchten in de wereld gebracht dat hij tijdens de oorlog zou hebben gediend bij de beruchte geheime ‘Feldpolizei’ – de Gestapo van de Wehrmacht. Voordat Loe de Jong in 1969 het eerste deel van zijn Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog publiceerde, waarin hij de these van de eenmansactie van Marinus van der Lubbe, zoals door Tobias onthuld, volledig onderschrijft, heeft hij deze geruchten grondig uitgezocht en aangetoond dat ze op verzinsels berusten. De Jong en Tobias hebben uitvoerig met elkaar gecorrespondeerd.

Hoe kom ik aan al die wijsheid? Sinds 1998 heb ik een langdurige correspondentie met Fritz Tobias onderhouden. In augustus 2000 heb ik hem in Hannover opgezocht. Hij was heel gastvrij en ik kon vier dagen lang in zijn bungalow logeren om zijn enorme archief te raadplegen. Iedere morgen werd ik om half acht gewekt met de mededeling: 'Herr Jassies, aufstehen!' Zonder enige restrictie was het hele archief voor mij toegankelijk en ik mocht alles kopiëren, er stond een kopieerapparaat in zijn huis. Nooit heeft hij mij gekontroleerd gedurende mijn onderzoek, ik kon gewoon mijn gang gaan, en ondertussen heeft hij mij veel verteld.

Zoals de meeste mensen geloofde ook Tobias aanvankelijk dat de nazi’s de brand in de Rijksdag geregisseerd hadden met het doel de oppositie uit te schakelen. Maar hij wachtte op de bewijzen, en na de Tweede Wereldoorlog kwamen die niet. Ook de uitkomsten van het Neurenberger Proces stelden hem wat dit betreft teleur. Ondertussen was hij begonnen te werken op het Nedersaksische ministerie van Binnenlandse Zaken in Hannover, en wel bij de Verfassungsschutz, de lokale politieke inlichtingendienst. Dat paste helemaal in de politieke overtuiging van Tobias, die als sociaal-democraat ter rechterzijde zijn leven lang fel anticommunist is geweest. Eind jaren veertig was het begin van de ‘Koude Oorlog’, die soms heel ‘warm’ beloofde te worden, en de communistische dreiging vanuit het expansieve Stalin-Rusland werd als reëel ervaren. Binnen een aantal jaren klom hij er op tot ‘Ministerialrat’, wat in goed Nederlands 'referendaris' heette, tegenwoordig is de term 'directeur-generaal' meer in zwang.

Begin jaren vijftig komt Tobias in kontakt met Walter Zirpins, een collega op het ministerie van Binnenlandse Zaken van Nedersaksen, en met Ernst Torgler. Zirpins had als een van de eerste commissarissen Marinus van der Lubbe na zijn arrestatie in februari 1933 verhoord. Torgler was toentertijd gearresteerd als communistisch medeverdachte van de Rijksdagbrand, en is uiteindelijk vrijgesproken, omdat hij - net als de andere medeverdachten van Van der Lubbe - niks met de brand te maken had. Allebei, en onafhankelijk van elkaar, verklaren zij aan Tobias dat ze overtuigd zijn van de these van een eenmansactie door Marinus. Dat zet Tobias aan het denken en hij begint nu systematisch materiaal over de Rijksdagbrand te verzamelen. Daartoe bezoekt hij ook Nederland om de toen nog levende kameraden en familieleden van Marinus te spreken. In het archief van Tobias bestaat een interessante correspondentie met de voormalige kameraden van Marinus; opvallend is dat zij hun leven lang met respekt over Tobias hebben gesproken.

In oktober 1959 verschijnt in het Duitse weekblad Der Spiegel de eerste aflevering van een elfdelige, rijkelijk geïllustreerde serie over de Rijksdagbrand onder de titel: ‘Stehen Sie auf, Van der Lubbe!’. Deze goed gedocumenteerde artikelenserie is gebaseerd op het typoscript van Fritz Tobias en gaat door tot in januari 1960. Grote delen uit het proces-verbaal van de politieverhoren met Marinus worden hierin voor de eerste keer gepubliceerd. De publicatie slaat in als een bom en wordt wereldwijd in de kranten besproken. Fritz Tobias komt de eer toe te hebben bewezen dat Marinus van der Lubbe naar waarheid heeft bekend. De artikelenserie leidt tot een groot aantal ingezonden brieven van mensen die wel of niet bij de Rijksdagbrand betrokken zijn geweest, of Marinus wel of niet hebben gekend. Al deze reacties verwerkt Tobias in zijn vuistdikke boek, dat in 1962 wordt uitgebracht: Der Reichstagsbrand. Legende und Wirklichkeit. Een verkorte versie verschijnt in 1963 in het Engels bij uitgeverij Secker & Warburg te Londen: The Reichstag Fire. Legend and Truth.

Zijn verdere leven lang heeft Tobias voor de waarheid over de Rijksdagbrand, de waarheid van Marinus, gestreden. Hij is door zijn tegenstanders zwart gemaakt, voor ‘crypto-nazi’ uitgemaakt, voor een persoon die de nazi’s wilde ‘witwassen’ door te betogen dat Van der Lubbe de brand op zijn eentje had gesticht; en dat hij met zijn publicaties de nationaal-socialisten wilde ‘vrijpleiten’ van de gruwelijke misdaden die zij daarna hebben begaan! Persoonlijk keurde Tobias de aanslag van Marinus af maar hij bleef hem altijd verdedigen als een ‘jonge idealist’, die zich wellicht in de politieke omstandigheden had vergist, maar daarom nog niet geldt als ‘pion’, of ‘provocateur’ van de nazi-partij.

Toen na de Val van de Muur, in 1989, de processen-verbaal en alle overige gerechtelijke stukken van het Rijksdagbrandproces algemeen toegankelijk werden, bleek dat Fritz Tobias zijn werken niet hoefde te herzien. De publicaties uit de archieven van het voormalig communistische Oost-Europa voegden niks toe aan wat al in essentie door Tobias was gepubliceerd.

Voor recente informatie zie ook:
- In memoriam door Sven Felix Kellerhoff;
- Fritz Tobias Wikipedia;
- Der Spiegel; overigens kan de Spiegelserie van 1959-1960: 'Stehen Sie auf, Van der Lubbe!' geraadpleegd worden op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, het IISG te Amsterdam, http://www.iisg.nl/.

Geen opmerkingen: